Jan van der Putten, globalistische Nederlander: 'Sfeer van solidariteit is verdwenen' / de Volksknar


Interview door Maurits Schmidt in de Volksknar, het 'Clubblad van het Genootschap van Ouweknarren van de Volkskrant'.


Jan van der Putten, globalistische Nederlander


'Sfeer van solidariteit is verdwenen'


In Terug van weggeweest spreken we Volkskrant-collega’s die na een buitenlands correspondentschap zijn teruggekeerd in Nederland. Brandende vraag: wat was voor hen in de tussentijd hier veranderd en hoe reageerden ze daarop?

JAN VAN DER PUTTEN (80) was nooit in dienst bij de Volkskrant en is eigenlijk altijd weggeweest. Na ‘Parijs-1968’, promoveerde hij in Leiden tot classicus op Arnobius, deed Griekenland-op-afstand (1968-1971), verbleef zonder onderbreking als zelfstandig correspondent in vier landen in Latijns-Amerika (1971-1987), Italië en omgeving (1987-1998) en China (1998-2003). In de loop der jaren werd hij vooral ‘de’ (contract-)correspondent van de Volkskrant. Spreekt elf talen. Terug in Nederland draagt hij zijn visie op China over. En de visie van China op het Vrije Westen.


Jan van der Putten: ‘Ik werkte nooit op de redactie, ken weinig redacteuren. Waar zij zich mee bezig hielden, sprak me nauwelijks aan. Zelf werd ik dag en nacht uitgeknepen over Latijns-Amerika, ook als ik in Nederland was.’


Jouw kernvraag bij terugkomst was meer wat je in het Vrije Westen aantrof dan specifiek in Nederland.
‘Het was ook geen ‘terugkomen’. Nederland was geen referentiepunt. Eerder een nieuwe reis. Thuis spreek in Spaans met mijn vrouw, mijn hoofd staat niet naar Nederlands nieuws. Ik volg het met een half oog. Geen tijd voor. Ik heb zoveel andere bronnen. Wel lees ik Sheila Sitalsing, dat soort columns. Met fijne, goed geformuleerde meningen.’


Heb jij wel gemerkt dat de mentaliteit hier veranderd is?
‘Zeker. De vogels zijn hondsbrutaal geworden. Ze staan nu zomaar op de snelweg, gaan nauwelijks opzij. Tijdens mijn sabbatical in 1983 hier - Cees Zoon verving mij en raakte er vergroeid – viel me één woord op: solidariteit. Ná de spruitjesgeest waaruit ik vertrok, vóór het neo-liberalisme waarin ik terugkwam. Jongeren ontleenden zingeving aan solidariteit met Latijns-Amerikaanse armen en ontrechten.
Die sfeer was weg toen ik uit China terugkwam. Ik wist dat het neo-liberalisme opkwam; dat begon al in Chili waar ik nog bij was, bij Pinochet onder invloed van de econoom Milton Friedman. Vandaar brak het door bij mensen als Reagan en Thatcher. China liep er ook mee weg, komt er nu van terug omdat er door de economische ongelijkheid anders opstand uitbreekt.’


Terwijl hier iedereen dacht, ook via jou, dat het Gele Gevaar afnam door de toenadering tot het Westen.
‘Dit is een van de Fabels over China, waarover ik mijn laatste gelijknamige boek schreef. Het was aanvankelijk met China twee stappen vooruit, een achteruit. Om weer de eerste viool te spelen was het Westen nodig. Na de dood van Mao was de Chinese economie kleiner dan de Nederlandse. Dus ook hier werd het ideaal: van krantenjongen tot miljonair. Dat is uitgewerkt; de keizer bepaalt weer alles. En tegen de keizer kom je niet in opstand. Dan sturen ze je als landverrader naar de gevangenis of het gekkenhuis.’


Onze vraag ‘wat merkte je bij terugkomst’ moeten we omdraaien: wat merkte Nederland van jou toen je terugkwam?
‘Sommigen grapten dat nu ook hier de pleuris wel zou uitbreken zoals overal waar ik kwam. We zouden tijdens de correspondentendagen Pim Fortuyn ontmoeten; hij werd vermoord. Schok! Politieke moorden kon ik relativeren. Ik ontsnapte zelf ternauwernood aan verschillende moordaanslagen, schietpartijen. Jan van der Pluijm tegen mij: ‘Het gaat goed hè?’ Ik: ‘Nou Jan, ik heb net een moordaanslag overleefd.’ Hij: ‘O ja, da’s waar ook.’ De rellen rond het koningshuis – ik was net even terug - vond ik zó gezellig! Rookbommen! Hanneke Groenteman vroeg mij voor de radio: ‘Is dit niet het einde van de monarchie?’ Ik: ‘Tuttut, er is niet eens geschoten.’ Zij, geschrokken: ‘Breng ze niet op een idee!’ Ik heb, kortom, een andere maat aangeleerd.’


En, heb je dat overgedragen in Nederland?
‘Wat ik wel vaker hoor is dat ik heb bijgedragen aan de opinie. Wat je als journalist toch wilt. Inzicht verwerven en jouw interpretatie aan andermans denkraam toevoegen.’


Toch horen we bij jou ook nog wel eens dat einde der tijden nabij is.
‘Nou… ik werd vaak als een Cassandra beschouwd. Maar dan bleek het achteraf nóg erger te zijn. Reageerden lezers: ‘Hou nou eens op over de repressie in Latijns-Amerika’, in de tijd dat die dictaturen burgers bij bosjes vermoordden. Ik dacht: dan maar over madeliefjes? Nee hoor, ik schreef ook over cultuur, archeologie. Dat trok me als classicus.’


En wat treffen we in 2022 aan op het wereldtoneel?
‘Terugkeer naar een nieuwe koude oorlog. Confrontatie tussen de dríé grote mogendheden. West-Europa zoekt de eigen identiteit in die wereld. De dreiging van Poetin en Xi zou stimulans moeten zijn voor een echt verenigd Europa. Het is samen overleven of tegen elkaar worden uitgespeeld. Door een klein incident kan het zomaar uit de hand lopen. We hebben zelden op zo’n idioot moment geleefd.’


Anders dan veel collega’s heb jij een zeer globalistische kijk.
‘Da’s toch mooi, een globaal verband te zien? De Volkskrant waarschuwt China voor de laatste keer. Zelfoverschatting: wij zijn de maat aller dingen. China heeft zichzelf altijd als de maat gezien. In Den Haag ontbreekt het inzicht dat het buitenland belangrijker is dan het binnenland.’


Zelf ooit gedacht de politiek in te gaan?
‘Niet echt. Ik leg niet graag rekenschap af aan mensen die van niets weten. Misschien als ik later groot ben. Via andere kanalen leg ik wel verantwoording af. Al jong was ik in linkse, geëngageerde kring “de” Jan van der Putten. Mensen zeggen: ‘Ik volg u al sinds Italië.’ Of, een gepensioneerde: ‘Je bent een ouwe jeugdheld van me.’


Wat was jouw drijfveer naar zulke oorlogsgebieden te gaan?
‘Ik ben er alleen maar terecht gekomen. Oorlogscorrespondent ben ik zeker nooit geweest. Mijn hoogleraar Latijn in Leiden wilde me als opvolger, maar ik wilde geen classicus meer worden. Dus ging ik vanuit Parijs met Fleur, mijn vrouw toen, naar Latijns-Amerika. Ik heb nog geaarzeld of ik naar de TH-Delft zou gaan. Ik was in alles goed; sorry, altijd de beste van de klas.’


Het China zoals jij dat hebt meegemaakt, gaan we daarvan nog wat in Nederland merken?
‘Taiwan kan een rol gaan spelen. Via de kwestie over de naam van het Taiwanese handelskantoor in Litouwen – dat had van China Taipei moeten heten - komt het conflict China-Taiwan ook naar Europa. Europa is solidair met Litouwen. Dat kan ook voor Nederland uitdraaien op handelsboycots.
In de dreigende oorlogsspanning is begrijpen wat je tegenstander ten diepste drijft het belangrijkste. In ál mijn stukjes probeer ik altijd duidelijk te maken dat niets uit de lucht komt gedwarreld. China valt terug op zijn geschiedenis, maar manipuleert altijd krachtig.’


Doen wij toch ook? Wij werkten de slavernij weg.
‘Ja. Het verschil is dat China verbiedt over zulk verleden te discussiëren. Als je in een democratie een klootzak kiest, kan je er ook weer vanaf komen. In totalitaire dictaturen alleen via een opstand. En inderdaad, daarin is het Vrije Westen natuurlijk niet alleen de verdrukte onschuld. Het Westen voelt zich nog altijd superieur tegenover China. Wat voor China, dat zichzelf superieur acht, onverdraaglijk is. Als je dat weglacht, maak je fatale fouten waar oorlogen uit kunnen voortkomen.’


Jan van der Putten en Nederland. Geef ons een uitsmijter.
‘De Nederlandse identiteit ben ik een beetje kwijtgeraakt omdat ik hier het belangrijkste deel van mijn leven niet was. Er gaan hier héél beroemde mensen dood van wie ik nog nooit heb gehoord. Ik heb nooit Koot en Bie gezien, al haal ik dat wat in nu. De verloedering in de politiek volg ik wel. Ik ben een beetje identiteitsarm. Ik voel me Nederlander, maar niet zoals mijn buren. Globetrotter? Ja, nog steeds bezig met internationale vraagstukken. Nederland op de kaart is zó minuscuul. Al heeft het, voor zo’n klein volk, veel grote geesten voortgebracht. Je komt ze toch overal tegen. In het buitenland lijkt Nederland groter.’


Vaak weet je niet meer wie je moet geloven: de propaganda van het Oosten of van het Westen. Wat zijn jouw bronnen?
‘Ik lees alles, documenteer me goed. Maar ik toets wat ik schrijf toch voornamelijk aan eigen ervaringen, inzichten. De geschiedenis kennen, aan je water aanvoelen. Voorspellen is al lastig, maar nu helemaal, met zóveel variabelen. Als iemand me op hoge toon tegenspreekt op sociale media, blijkt dat een propagandist van iets te zijn. Dat ben ik in elk geval niet.’


Help me als classicus met één vraag: is het ómi-kron zoals iedereen zegt of o-míkron, zoals ik denk?
‘Jij hebt gelijk: O-míkron. Kleine o, zo simpel is het.’
Maurits Schmidt




donderdag 10 februari 2022

Klik hier