Bedelen in China: Elke scan is een paar cent waard / Argus


Elke scan is een paar cent waard


door Jan van der Putten


Bedelen is van alle tijden, ook in China. Bedelaars kunnen de slimste trucs inzetten om mildheid te stimuleren, ook in China. Maar China is voor bedelaars geen land als alle andere. Bij de voorbijgangers wekken ze mededogen, bij de Partij verlegenheid. Ze zijn immers het pijnlijkste en meest zichtbare bewijs dat het socialisme er nog altijd niet in is geslaagd om alle Chinezen een fatsoenlijk bestaan te garanderen. Laat het maar aan de Partij over om dit onduldbare gezichtsverlies te bestrijden.


Bedelen is in China geen misdaad, maar het is wel verboden. Mao Zedong zag bedelarij haast als een persoonlijke belediging. Hij vond bedelaars niet zielig, maar ideologisch gevaarlijk, dus mochten ze niet zichtbaar zijn. Na Mao verkondigde Deng Xiaoping dat rijk worden glorieus is, en de Chinezen zeiden het hem na. De eersten die rijk werden waren corrupte partijbazen in Beijing en handige jongens in Shanghai, Guangzhou en andere havensteden. Werk en geld werkten als een magneet op de havenots. Bij miljoenen trokken ze van het platteland naar de steden.


Ook het bedelaarslegioen van daklozen, gehandicapten en gestoorden groeide explosief. Uitpuilende vuilnisbakken en uitpuilende portemonnees van weldenkenden en toeristen hielden miljoenen armen in leven. Maar bedelarij werd ook een bedrijfstak. Clandestiene organisaties namen bedelaars in dienst. Vaak waren dat kinderen, want die zijn nog zieliger. De sector is met zijn tijd meegegaan. Er zijn tegenwoordig bedelaars met een uitgeprinte QR-code voor hun neus. Ze zijn al blij als voorbijgangers de code alleen maar scannen, zonder een digitale aalmoes te geven, want elke scan is een paar centen waard. Die krijgt de bedelaar betaald van het bedrijf dat hem of haar heeft ingehuurd om aan data van potentiële kopers te komen. Dat levert een inkomen op dat ongeveer overeenkomt met het minimumloon.


De houding van de Partij tegenover de bedelarij is dubbelslachtig. Ze wil het verschijnsel uitroeien, maar dat doet ze op een tegenstrijdige manier: met de wortel en met de stok, met hulpverlening en repressie. Het eerste geldt als een beschavingsoffensief, het laatste als een strijd tegen het kwaad waarmee de bedelarij wordt geassocieerd: sociale instabiliteit, misdaad en ziekte. En zo organiseert de ene officiële instantie hulpacties om de bedelaars sociaal te verheffen en verjaagt de andere instantie ze hardhandig van de straat en uit de steden.


De Partij beweert vol trots dat ze de extreme armoede heeft uitgeroeid – al is op die bewering heel wat af te dingen – en dat daardoor miljoenen mensen niet meer veroordeeld zijn tot een marginaal bestaan als zwerver of bedelaar. Tegelijk speuren politiecamera’s permanent straten en pleinen af op zoek naar bedelaars, want die vervuilen de openbare ruimte, brengen ziektes over, plegen misdrijven en vloeken met de gewenste uitstraling van glanzende moderniteit en welvaart. Corona en de inzakkende economie hebben het aantal bedelaars omhoog gejaagd en de financiering van de hulpverlening voor een groot deel weggeknaagd. Daarom is het tegenwoordig steeds minder wortel en steeds meer stok.




woensdag 05 juli 2023 - woensdag 19 juli 2023

Klik hier