In Israël staat chaos voor de deur / NRC Opinie


In Israël staat chaos voor de deur


De fundamentalisten die sinds vorige week in Israël aan de macht zijn, ondermijnen mensenrechten en democratie, Israëls internationale positie en wat er nog resteert van de vrede, betoogt Jan van der Putten.


Jan van der Putten is journalist en schrijver.


 


Eén misverstand moet nodig worden rechtgezet: de Israëlische bevolking zou in de verkiezingen van 1 november 2022 massaal naar extreem-rechts zijn opgeschoven. Niet waar. De politieke tweedeling is gehandhaafd. Beide kampen zijn nagenoeg even groot. Dat is al zo sinds de eerste van de vijf stembusgangen die in april 2019 begonnen. De scheidslijn tussen beide kampen wordt niet langer bepaald door ideologische verschillen, maar door een politicus die als geen ander tweespalt heeft gezaaid: Benjamin Netanyahu.


 


De afgelopen anderhalf jaar regeerde een coalitie, bestaande uit anti-Netanyahu partijen. Een politieke regenboog, van links tot rechts, inclusief een Arabische partij. Eerst was de rechtse Naftali Bennett premier, daarna de centrum-georiënteerde Yair Lapid. Ooit waren de belangrijkste leiders van deze coalitie onder Netanyahu minister, maar ze werden één voor één door hem weggewerkt.


 


Daarom had Netanyahu, leider van Israëls grootste partij Likud, bij de  laatste formatiebesprekingen geen gewone rechtse bondgenoten over. En kon hij alleen de macht heroveren – en daardoor zijn drie slepende corruptieprocessen laten archiveren – door een verbond te sluiten met extreem-rechts.


 


Tot voor kort was het rechts-extremistische gedachtegoed volstrekt marginaal, en nam Netanyahu er steeds gedecideerd afstand van. Maar door een dramatische verschuiving binnen het rechtse kamp is het extremisme mainstream geworden. Zonder extreem-rechts kon Netanyahu geen regeringscoalitie vormen. Maar dan moesten deze partijen wel de kiesdrempel van 3,25 procent halen. Daarom zette Netanyahu de drie ultra-rechtse partijen onder druk om hun onderling gekrakeel te staken en met een gezamenlijke lijst te komen. Hetgeen geschiedde.


 


In het andere kamp daarentegen, weigerde de Arbeiderspartij samen te gaan met de sociaal-democratische Meretz, waardoor Meretz de kiesdrempel niet haalde en kostbare stemmen verloren gingen. Verdeeldheid tussen de vier partijen van Arabische Israëliërs deed de rest.


 


De extremisten hebben voor hun steun een hoge prijs geëist - en Netanyahu heeft die betaald. Ze weten immers dat Netanyahu zijn belofte breekt als dat hem uitkomt. Vraag maar aan Benny Gantz, leider van de centristische partij Blauw-Wit. In 2020 hielp hij zijn vijand Netanyahu aan een regeringsmeerderheid, op voorwaarde dat hijzelf na anderhalf jaar het premierschap zou overnemen – en vervolgens liet Netanyahu hem vallen nog voordat die periode om was. Hij had liever nieuwe verkiezingen dan Gantz als premier.


 


Daarom eisten Netanyahu’s ultra-rechtse vrienden dat hun afspraken formeel werden vastgelegd en dat de wetten, die daarmee in strijd waren, werden gewijzigd. Netanyahu kon niet anders dan akkoord gaan. Hij is de gevangene geworden van de extreem-rechtse partijen, die samen de helft van de 64 regeringszetels bezetten. En zo is Israëls sterke man een zwakke leider geworden.


 


Wat kunnen we verwachten van een regering waarin ultranationalisten, religieuze extremisten, racisten, kolonisten, provocateurs, haatzaaiers, homohaters, veroordeelden en fascisten aan de touwtjes trekken? Die kwalificaties, ze zijn in Israël volop te horen, lijken over the top, maar de woorden en daden van de betrokkenen rechtvaardigen ze.


 


Itamar Ben-Gvir is leider van Joodse Macht, voortzetting van de verboden partij Kach van de terroristische rabbijn Meir Kahane. Ben-Gvir werd afgewezen voor militaire dienst omdat hij te rechts was, heeft een lang strafblad en is veroordeeld wegens ophitsen tot racisme. Als advocaat verdedigt hij Joodse terroristen. Zijn idolen zijn de orthodoxe rabbijn Kahane en de massamoordenaar Baruch Goldstein. Hij is gespecialiseerd in het provoceren van Palestijnen, waarbij hij zijn pistool niet schuwt. Israëlische militairen die Palestijnen doden ziet hij als helden, die nooit voor de rechter mogen worden gesleept.


 


Deze man is nu minister van Nationale Veiligheid en baas van de politie. Hij heeft ook de leiding geëist, en gekregen, over de grenspolitie, die belast is met de repressie in bezet gebied. Hij is voorstander van de doodstraf voor als terroristen bestempelde Palestijnen. Zijn eerste daad als minister was het plegen van een van zijn geliefde provocaties: een bezoek aan de Tempelberg, een politiek kruitvat in Oost-Jeruzalem dat Joodse fundamentalisten willen heroveren op de moslims. De wereldwijde protesten die volgden, hebben de kersverse regering haar eerste internationale crisis opgeleverd.


 


Bezalel Smotrich, leider van Religieus Zionisme en de gelijknamige extremistische alliantie, is van hetzelfde laken een pak. Behalve over het ministerie van Financiën heeft hij ook de leiding gekregen over het koloniale burgerbestuur op de bezette Westelijke Jordaanoever. Zelf is hij een kolonist. Hij gaat de tientallen illegale nederzettingen wettigen, als opmaat naar de annexatie van het hele gebied. De Palestijnen mogen van hem kiezen: oprotten, zich overgeven en tweederangsburger van Israël worden, of zich door het Israëlische leger mores laten leren.


 


Smotrich gelooft heilig in de Joodse suprematie. Daarom heeft hij het niet begrepen op het Arabische bevolkingsdeel van Israël (volgens het coalitieakkoord een ‘demografische uitdaging’). Hij wil dat Joodse en Arabische vrouwen op kraamafdelingen van elkaar worden gescheiden, zodat Joodse baby’s niet worden geconfronteerd met aanstaande terroristen.


 


Zijn afkeer van rechters deelt Smotrich met het hele kabinet. Deze week diende de nieuwe minister van Justitie plannen in om de rechterlijke macht aan banden te leggen. Als de Hoge Raad een wet onwettig verklaart, zou het parlement het recht moeten krijgen om dat besluit ongeldig te verklaren. In het comité dat nieuwe rechters benoemt zouden de juristen moeten worden vervangen door politici. Net als in, bijvoorbeeld, Polen, Hongarije en China moet ook in Israël justitie een aanhangsel van de politiek worden. Handig voor Netanyahu om definitief af te komen van de tegen hem aangespannen corruptiezaken.


 


De derde van het extremistische trio is iemand die zichzelf een ‘trotse homofoob’ noemt: Avi Moaz. Hij is leider van de eenmansfractie Noam. Hij wil de Pride-marsen van ‘beesten die op twee benen lopen’ verbieden en homoseksuelen onderwerpen aan conversietherapie. Hij houdt zwarte lijsten bij van homo’s op belangrijke posten in de politiek en de media (een van hen is de nieuwe parlementsvoorzitter, een Likud-prominent) en van linksgezinden die de macht zouden hebben gegrepen in de rechterlijke macht en op de ministeries. Artsen, hoteliers en andere dienstverleners moeten volgens hem homoseksuelen kunnen weigeren.


 


Behalve homo’s haat hij ook vrouwen, progressieven, niet-ultraorthodoxe Joden, vluchtelingen en alle marginalen. Deze fanaticus gaat een nieuw bureau voor ‘Joodse nationale identiteit’ leiden. Als verantwoordelijke voor buitenschoolse activiteiten krijgt hij ook greep op het onderwijs.


 


Als vanouds zijn ook de ultra-orthodoxe partijen Shas en Verenigd Thora  Jodendom van de partij. Shas-leider Aryeh Deri kon door twee veroordelingen voor malversatie eigenlijk geen minister worden, maar een snelle wetswijziging verhielp dit euvel. De ultra-orthodoxen hebben, in ruil voor hun onmisbare steun, nooit zoveel van de atheïst Netanyahu gekregen als deze keer: gulle toelagen, financiering van hun seminaries, vrijstelling van militaire dienst, erkenning van hun religieuze suprematie, discriminatie tegen de minder strenge stromingen, scheiding van mannen en vrouwen in publieke ruimtes, aanscherping van de eisen om als Jood te worden gekwalificeerd en recht te hebben op immigratie, en veel meer. Zij willen het liefst van Israël een theocratische dictatuur maken, die wordt geregeerd door de Thora.


 


Netanyahu’s programma is een frontale aanval op de democratie en een garantie voor problemen, om niet te zeggen oorlog. We kunnen een explosie op de Westoever verwachten, waar het Israëlische leger vorig jaar minstens 146 Palestijnen doodde - het hoogste aantal sinds het eind van de Tweede Intifada (2000 – 2005).  Israëlische schrijvers en intellectuelen, wetenschappers en industriëlen, de lhbtq+-gemeenschap, progressieve rabbijnen, de als subversief beschouwde mensenrechtenorganisaties – ze hebben allemaal geprotesteerd tegen de zelfdestructie waarvoor de nieuwe regering lijkt te hebben gekozen. De top van het leger en de politie heeft ernstige bedenkingen. Zeventig procent van de seculiere joden voelt zich door de nieuwe regering bedreigd. De meerderheid van de Amerikaanse joden moet niets hebben van het nieuwe regime, en Israëls vrienden in Washington en Brussel zijn zeer bezorgd.


 


Zal de soep minder heet worden gegeten dan ze wordt opgediend? Zal er een revolte komen tegen de fanatici? Zullen gematigde politici van de Likud in opstand komen en zal dan de zesde regering van Benjamin Netanyahu uit zichzelf exploderen? Of staat de chaos voor de deur? Niemand weet hoe dit absurde avontuur gaat aflopen. Maar we weten wel dat verreweg de meest rechtse regering die Israël ooit heeft gekend, het land heeft blootgesteld aan een ongekende dreiging: zijzelf. Een misverstand moet nodig worden rechtgezet: de Israëlische bevolking zou in de verkiezingen van 1 november massaal naar extreem-rechts zijn opgeschoven. Niet waar. De politieke tweedeling is gehandhaafd. Nog altijd zijn beide kampen nagenoeg even groot. Dat is al zo sinds de eerste van de vijf stembusgangen sinds april 2019. De scheidslijn tussen de kampen wordt niet meer bepaald door ideologische verschillen, maar door een persoon: de politicus die als geen ander tweespalt heeft gezaaid. Benjamin Netanyahu dus.


De laatste anderhalf jaar was het anti-Netanyahu-blok aan de regering. Die bestond uit een politieke regenboog van links tot rechts, met ook een Arabische partij erbij. Premier was eerst de rechtse Naftali Bennett, daarna de centrum-georiënteerde Yair Lapid. De belangrijkste leiders van dit blok zijn ooit onder Netanyahu minister geweest, maar stuk voor stuk zijn ze door hem weggewerkt. Voor Netanyahu, leider van Israëls grootste partij, de Likud, waren er daarom geen gewone rechtse bondgenoten meer. De enige manier om de macht te heroveren – en daardoor zijn drie slepende corruptieprocessen te laten archiveren – was een verbond sluiten met extreem-rechts.


Tot voor kort was het rechts-extremistische gedachtegoed nog volstrekt marginaal, en Netanyahu had er steeds gedecideerd afstand van genomen. Maar door een dramatische verschuiving binnen het rechtse kamp is het extremisme mainstream geworden. Zonder hen kon Netanyahu geen regeringscoalitie vormen. Maar dan moesten ze wel de kiesdrempel van 3,25 procent halen. Daarom zette hij de drie ultra-rechtse partijen onder druk om hun onderling gekrakeel te staken en met een gezamenlijke lijst te komen. Hetgeen geschiedde. In het andere kamp daarentegen weigerde de Arbeiderspartij samen te gaan met de sociaal-democratische Meretz, waardoor Meretz de kiesdrempel niet haalde en kostbare stemmen verloren gingen. Verdeeldheid tussen de vier partijen van Arabische Israëliërs deed de rest.


De extremisten hebben voor hun steun een hoge prijs geëist en Netanyahu heeft hun die betaald. Ze wisten dat de sluwe vos de gewoonte heeft zijn woord te breken als het hem uitkomt. Vraag maar aan Benny Gantz, de leider van de centristische partij Blauw en Wit. In 2020 hielp hij zijn vijand Netanyahu aan een regeringsmeerderheid, op voorwaarde dat hijzelf na een tijdje het premierschap zou overnemen – om vervolgens gedropt te worden. Daarom eisten Netanyahu’s ultrarechtse vrienden dat hun afspraken formeel werden vastgelegd en dat de wetten die daarmee in strijd waren werden gewijzigd. Netanyahu ging akkoord. Hij kon niet anders. Hij is de gevangene geworden van de ultra’s, die samen de helft van de 64 regeringszetels bezetten. En daarmee is Israëls sterke man een zwakke leider geworden.


Wat kunnen we verwachten van een regering waarin ultranationalisten, religieuze extremisten, racisten, kolonisten, provocateurs, haatzaaiers, homohaters, veroordeelden en fascisten aan de touwtjes trekken? Die kwalificaties, die in Israël volop zijn te horen, lijken over the top, maar de woorden en daden van de betrokkenen zijn ernaar.


Itamar Ben-Gvir is leider van Joodse Macht, voortzetting van de verboden partij Kach van de terroristische rabbijn Meir Kahane. Hij werd afgewezen voor militaire dienst omdat hij te rechts was. Als advocaat verdedigt hij Joodse terroristen. Hij heeft zelf een lang strafblad en is veroordeeld wegens ophitsing tot racisme. Zijn idolen zijn Kahane en de massamoordenaar Baruch Goldstein. Zijn specialiteit is het provoceren van Palestijnen, waarbij hij zijn pistool niet schuwt. Israëlische militairen die Palestijnen doden ziet hij als helden, die nooit voor de rechter mogen worden gesleept.


Deze man is nu minister van Nationale Veiligheid en baas van de politie. Hij heeft ook de leiding geëist, en gekregen, over de grenspolitie, die belast is met de repressie in bezet gebied. Hij is voorstander van de doodstraf voor als terroristen’ bestempelde Palestijnen. Zijn eerste daad als minister was het plegen van een van zijn geliefde provocaties: een bezoek aan de Tempelberg, een politiek kruitvat in Oost-Jeruzalem dat Joodse fundamentalisten willen heroveren op de moslims. De wereldwijde protesten die volgden heeft de kersverse regering haar eerste internationale crisis opgeleverd.


Van hetzelfde laken een pak is de nieuwe minister van Financiën, Bezalel Smotrich, leider van Religieus Zionisme en de gelijknamige extremistische alliantie. Hij heeft ook de leiding gekregen van het koloniale burgerbestuur op de bezette Westelijke Jordaanoever. Zelf is hij een kolonist. Hij gaat de tientallen illegale nederzettingen wettigen, als opmaat naar de annexatie van het hele gebied. De Palestijnen mogen van hem kiezen: oprotten, zich overgeven en tweederangsburger van Israël worden, of zich door het Israëlische leger mores laten leren.


Smotrich gelooft heilig in de Joodse suprematie. Daarom heeft hij het ook op het Arabische bevolkingsdeel van Israël (een ‘demografische uitdaging’) niet begrepen. Hij wil dat Joodse en Arabische vrouwen op kraamafdelingen van elkaar gescheiden worden, zodat de Joodse baby’s niet worden geconfronteerd met aanstaande terroristen. Zijn afkeer van rechters deelt hij met het hele kabinet. Woensdag heeft de nieuwe minister van Justitie plannen ingediend om de rechterlijke macht aan banden te leggen. Als de Hoge Raad een wet onwettig verklaart, zou het parlement het recht moeten krijgen om dat besluit ongeldig te verklaren. In het comité dat nieuwe rechters benoemt zouden de juristen moeten worden vervangen door politici. Net als in, bijvoorbeeld, Polen, Hongarije en China moet ook in Israël justitie een aanhangsel worden van de politiek. Handig voor Netanyahu om definitief af te komen van zijn corruptiezaken.


De derde van het extremistische trio is iemand die zichzelf een ‘trotse homofoob’ noemt, Avi Moaz, leider van de eenmansfractie van het partijtje Noam. Hij wil de pride-marsen van ‘beesten die op twee benen lopen’ verbieden en homoseksuelen onderwerpen aan de conversietherapie. Hij houdt zwarte lijsten bij van homo’s op belangrijke posten in de politiek en de media – een van hen is de nieuwe parlementsvoorzitter, een Likud-prominent – en van linksgezinden die de macht zouden hebben gegrepen in de rechterlijke macht en op de ministeries. Artsen, hoteliers en andere dienstverleners moeten volgens hem homoseksuelen kunnen weigeren. Behalve homo’s haat hij ook vrouwen, progressieven, niet-ultraorthodoxe Joden, vluchtelingen en alle andere marginalen. Deze fanaticus gaat een nieuw bureau voor ‘Joodse nationale identiteit’ leiden. Als verantwoordelijke voor buitenschoolse activiteiten krijgt hij ook een greep op het onderwijs.


Als vanouds zijn ook de ultra-orthodoxe partijen Shas en Verenigd Tora Jodendom van de partij. Shas-leider Aryeh Deri kon door twee veroordelingen voor malversatie eigenlijk geen minister worden, maar een snelle wetswijziging verhielp dit euvel. De ultraorthodoxen hebben, in ruil voor hun onmisbare steun, nooit zoveel van de atheïst Netanyahu gekregen als deze keer: gulle toelagen, financiering van hun seminaries, vrijstelling van militaire dienst, erkenning van hun religieuze suprematie, discriminatie tegen de minder strenge stromingen, scheiding van mannen en vrouwen in publieke ruimtes, aanscherping van de eisen om als Jood te worden gekwalificeerd en recht te hebben op immigratie, en nog veel meer. Wat ze het liefst willen is van Israël een theocratische dictatuur maken die wordt geregeerd door de Thora.


Netanyahu’s programma is een frontale aanval op de democratie en een garantie voor troebelen, om niet te zeggen oorlog. We kunnen een explosie op de Westoever verwachten, waar het Israëlische leger vorig jaar minstens 146 Palestijnen heeft gedood, het hoogste aantal sinds het eind van de Tweede Intifada in 2005. Israëlische schrijvers en intellectuelen, wetenschappers en industriëlen, de lhbtq+-gemeenschap, progressieve rabbijnen, de als subversief beschouwde mensenrechtenorganisaties – ze hebben allemaal geprotesteerd tegen de zelfdestructie waarvoor de nieuwe regering lijkt te hebben gekozen. De top van het leger en de politie heeft ernstige bedenkingen. Zeventig procent van de seculiere joden voelt zich door de nieuwe regering bedreigd. De meerderheid van de Amerikaanse joden moet niets hebben van het nieuwe regime, en Israëls vrienden in Washington en Brussel zijn zeer bezorgd.


Niemand weet hoe dit absurde avontuur gaat aflopen. Zal de soep minder heet worden gegeten dan ze wordt opgediend? Zal er een revolte komen tegen de fanatici? Zullen gematigde politici van de Likud in opstand komen en zal dan de zesde regering van Benjamin Netanyahu uit zichzelf exploderen? Of staat de chaos voor de deur?




zaterdag 07 januari 2023

Klik hier