Geopolitieke mallemolen maalt als een dolle / Argus


Geopolitieke mallemolen maalt als een dolle


De wereldvrede, of wat daarvan rest, hangt af van de geopolitieke ontwikkelingen. Machtsblokken worden gevormd en vallen uiteen, supermachten zoeken bondgenoten of vazallen, en alles kan ontploffen door de oorlog in Oekraïne. Een poging tot ontwarring van de geopolitieke knoop.


door JAN VAN DER PUTTEN


Lekker goedkoop investeren en importeren, zo duur mogelijk exporteren, en je niks aantrekken van internationale spanningen, want zaken zijn zaken. Nog niet zo lang geleden was dat de kern van het Europese handelscredo. Totdat we aan het begin van corona erachter kwamen dat we voor mondkapjes en paracetamol volkomen afhankelijk waren geworden van China. Daarna begon de wereldhandel stevig te stagneren als gevolg van de massale lockdowns in China. Maar de grote klap die de wereldeconomie aan het wankelen heeft gebracht was de Russische inval in Oekraïne.


Maar bij de energie- en voedselcrisis zal het vermoedelijk niet blijven. Nieuwe dreunen zijn te verwachten als China’s opperleider Xi Jinping besluit het Westen voor zijn kritiek op de Volksrepubliek te straffen door de export stop te zetten van bijvoorbeeld zonnepanelen, lithiumbatterijen en strategische grondstoffen zoals zeldzame aardmetalen. Dan kunnen we een groene toekomst wel vergeten en komt er een nijpend tekort aan hightech-apparatuur. We weten het nu allemaal: in een wereld vol conflicten is handel afhankelijk van geopolitiek, niet omgekeerd.


Tijdens de Eerste Koude Oorlog was de geopolitiek heel wat overzichtelijker. Tegenover de communistische broederstaten China en de Sovjet-Unie stond het Amerikaans-Europese blok. Toen het communistische blok uiteenviel begon het aftellen naar de val van de Sovjet-Unie. Tegenwoordig is het een stuk ingewikkelder. China en Rusland trekken weer samen op, al blijkt hun vriendschap bepaald niet in steen gebeiteld. Beide landen willen de naoorlogse liberaal-democratische wereldorde vervangen door hun eigen illiberale, autoritaire, tirannieke systeem.


De oorlog in Oekraïne is in feite een gewapend conflict tussen Rusland en het Westen. Tegelijk escaleert de confrontatie tussen het Westen en China. De gevaarlijkste brandhaarden zijn Taiwan en de Zuid-Chinese Zee. Iran en Turkije, net als China en Rusland dromend van een terugkeer naar oude glorie, roeren zich duchtig. En tussen de bombardementen, de provocaties en het getouwtrek door zoekt de rest van de wereld naar een positie die het meeste baat of het minste schaadt.


Laten we, in een vloek en een zucht, de belangrijkste van de geopolitieke spanningen nagaan. Het begon met een man die zijn vijanden liefhad en zijn vrienden haatte. Met Donald Trump dus, bewonderaar van het sinistere trio Poetin, Xi Jinping en Kim Jong Un, en criticaster van Europa, Japan en andere Amerikaanse bondgenoten. Xi Jinping beantwoordde de liefde niet, waarna Trump een handels- en techoorlog ontketende om de Chinese leider een toontje lager te laten zingen.


Het omgekeerde gebeurde: Xi ging zich steeds agressiever gedragen. Alle kritiek, of het nu ging over Taiwan of Hongkong, Xinjiang of Tibet, was voor hem onduldbare inmenging die om wraak schreeuwde. Daardoor lukte het hem ongeveer de hele westerse wereld tegen zich in het harnas te jagen. Zijn pro-Russische ‘neutraliteit’ in de Oekraïne-oorlog deed de deur dicht.


Tevergeefs heeft Xi ingespeeld op het diepe wantrouwen dat Trumps optreden in Europa had gezaaid. Europa’s distantiëring van het onberekenbare Amerika kwam de Volksrepubliek prima uit. Ze wilde immers niets liever dan Europa losweken van Amerika en samen een alliantie vormen tegen de Verenigde Staten. De bedoeling was dat Europa uiteindelijk een Chinese economische provincie zou worden. Om dit plan te verwezenlijken begon China te hameren op het belang van Europa’s ‘strategische autonomie’.


Weliswaar had de EU China tot een ‘systeemrivaal’ uitgeroepen, maar de handelsbetrekkingen waren bloeiend. Vooral het Duitsland van Merkel voelde er niets voor zich van China te vervreemden omdat bedrijven als Volkswagen, BMW, Daimler en BASF er miljarden verdienen. Die vier zijn samen goed voor een derde van de Europese investeringen in de Volksrepubliek. Merkel liet op China dezelfde leus los als op Rusland: Wandel durch Handel. Naïef idealisme of een opportunistisch slimmigheidje?


Het tij in Europa is echter gekeerd. De globalisering is afgelopen, ontkoppeling is ervoor in de plaats gekomen. Europa’s economische relaties met Rusland zijn verbroken, die met China worden steeds meer afgeschaald. Kanselier Scholz zegt dat Duitsland zijn prioriteiten heeft herzien. Rusland is een vijand geworden, en in de relatie met China moeten mensenrechten voortaan bovenaan staan. Veel Europese bedrijven hebben zich, in navolging van Carrefour en Renault, uit China teruggetrokken of zijn van plan dat te doen.


De motieven voor ontkoppeling kunnen heel divers zijn: Chinese tegenwerking of regelrechte discriminatie, bureaucratie, hoge kosten, te grote politieke risico’s, de eindeloze lockdowns, late verontwaardiging over de massale mensenrechtenschendingen. Veel bedrijven zijn bang dat ze in eigen land verzet zullen oproepen, bijvoorbeeld in de vorm van een consumentenboycot, als ze de zakelijke relaties met China niet verbreken. En niet in de laatste plaats: ze zijn zich bewust geworden van de gevaren van de geopolitieke afhankelijkheid.


Intussen is Trump opgevolgd door Biden, die de Republikeinen als China-havik naar de kroon probeert te steken. Het grote verschil is dat Trump in zijn eentje ten strijde trok, terwijl Biden met zijn bondgenoten verschillende allianties heeft gevormd of vernieuwd om, zoals de Chinezen zeggen, hun land strategisch te omsingelen. En zo werkt ook Europa weer samen met Amerika, in de hoop dat de wereld de terugkeer van Trump of van een trumpist bespaard blijft.


China blijft voor de VS het grootste gevaar, niet Rusland. De oorlog in Oekraïne kan volkomen uit de hand lopen, maar Rusland is geen bedreiging voor de Amerikaanse hegemonie en China wel. Vergeleken met China is de omvang van de Russische economie en bevolking immers zeer bescheiden. Ook militair is China een veel vervaarlijker tegenstander dan Rusland.


Voor de verwezenlijking van zijn geopolitieke aspiraties kan China terugvallen op het oude instituut van de vazalstaat. De vazalvorst betaalde de keizer tribuut in ruil voor diens bescherming. Eigenlijk waren alle vorsten van de wereld vazallen van de keizer, ook al waren ze zich daarvan niet bewust. De Chinese Hemelzoon heerste immers over tianxia, alles wat onder de hemel is.


Ook keizer Xi Jinping wil weer heersen over alles wat onder de hemel is. Daarom stelt China zijn politieke model ten voorbeeld aan arme landen, die allemaal hunkeren naar Chinese investeringen. Moderne Chinese vazalstaten zijn financieel en economisch afhankelijk van Beijing. Bijvoorbeeld diverse Zuidoost-Aziatische landen, Pakistan, Sri Lanka en andere landen aan de Nieuwe Zijdenroute en in Afrika die hun schuld aan China niet kunnen terugbetalen.


Formeel heeft China geen bondgenoten, op Noord-Korea na. Zonder Chinese steun zou dat land instorten. Rusland is geen bondgenoot maar een strategische ‘vriend’, hoewel die vriendschap door de oorlog in Oekraïne zwaar op de proef wordt gesteld en Xi nu aandringt op onderhandelingen. Als Poetin zo doorgaat wordt hij voor zijn overleving steeds afhankelijker van China, totdat ook het grootste land van de wereld een Chinese vazalstaat wordt.


China is alvast begonnen de landen van Centraal-Azië – voormalige sovjet-staten die bang zijn dat Poetin ze weer wil inlijven zoals hij dat met Oekraïne probeert – te veranderen in economische wingewesten, tot groot verdriet van zijn Russische ‘vriend’. Kazachstan heeft praktisch al met Poetin gebroken. Overigens is het allesbehalve vrede binnen die regio, waar vorige maand de grensconflicten tussen de ‘bondgenoten’ Kirgizië en Tadzjikistan bloedig escaleerden.


Poetin heeft zich voor wapenleveranties gewend tot de pariastaat Iran, maar ook de ayatollahs hangen economisch steeds meer af van Xi Jinping. Die koopt hun olie en helpt hen de westerse sancties te ontwijken, terwijl Iran zelf, aartsvijand van Israël en Saoedi-Arabië, de hegemoon van het hele Midden-Oosten wil worden. Poetin verwacht ook de steun van India. De eerste maanden van de Oekraïne-oorlog kon hij inderdaad rekenen op de Indiase neutraliteit. De opkomende wereldmacht was immers zwaar afhankelijk van Russische wapens.


Maar premier Modi is ook een halve bondgenoot van Amerika geworden, zijn verhouding met Poetin is bekoeld, en zijn relatie met Xi Jinping is Siberisch koud. Tijdens een top vorige maand in Samarkand zei Modi verwijtend tegen Poetin: ‘De tijd van nu is niet een tijd van oorlog’. Xi was daar ook. Modi en hij slaagden erin elkaar straal te negeren. Intussen blijven China en Amerika elkaar volledig de schuld geven van de verloedering van hun relaties. De geopolitieke mallemolen blijft malen als een bezetene.




woensdag 09 november 2022

Klik hier