Wegwijzers die de weg niet wijzen / Argus


Wegwijzers die de weg niet wijzen


door JAN VAN DER PUTTEN


Als je van Mexico-stad naar Jalapa in de deelstaat Veracruz rijdt, kom je op een gegeven moment een bord tegen waarop staat dat Jalapa nog 201 kilometer uit de buurt is. Je rijdt door en na zo’n twintig kilometer vertelt een nieuw bord dat de afstand naar Jalapa inmiddels is opgelopen tot 208 kilometer. Heerlijk.


Als tarter van elementaire logica eist de Mexicaanse bewegwijzering niet het alleenrecht op. Wie in Italië de autostrada verlaat, stuit op menig kruispunt op een woud van kerstbomen, waarvan de takken richtingborden blijken te zijn. Elke stad, elk dorp, elk gehucht, elke bezienswaardigheid en elke fabriek tot in de verre omtrek heeft zijn eigen wegwijzer. Een typisch voorbeeld van een contraproductief streven naar volledigheid. Voordat je alle namen hebt kunnen doornemen ben je door de rij heetgebakerde chauffeurs achter je allang de weg afgetoeterd.


Sinds de uitvinding van GPS is de ontreddering bij de kerstbomen verminderd, maar die navigatie-instrumentjes kunnen het lelijk laten afweten, en gedetailleerde routekaarten op papier heeft niemand meer. Twijfel, weifeling en besluiteloosheid kunnen dus nog altijd toeslaan. De lontjes in de stilstaande auto’s blijken dan even kort als altijd. Frankrijk doet overigens nauwelijks voor Italië onder: veel te veel borden langs de weg, veel te weinig geduld in de auto’s.


In Griekenland kan de liefhebber van foute, misleidende of ontbrekende wegwijzers volop aan zijn trekken komen. Tientallen Griekse dorpen dragen de naam Agios Georgios, letterlijk: Heilige Landarbeider. Naar een van deze heilige boeren leidde een bergachtige route, die vrij goed was aangegeven, voor zover de passerende chauffeur de weggestopte richtingborden op tijd ontdekte. Zoals zo vaak waren de borden gelijkvormig noch gelijksoortig. Sommige waren van metaal, andere van hout, sommige waren rechthoekig, andere pijlvormig. Wie zegt dat bewegwijzering uniform moet zijn?


Dat er weinig benzine in de tank zat leek geen probleem: het wemelt in Griekenland immers van de tankstations, en Agios Georgios zou er vast ook wel een hebben. Nee dus. De dichtstbijzijnde pomp, zo onthulde een Agiogeorgiër, was bergopwaarts, in het dorpje Dafni. Op de benzinemeter stond inmiddels al een tijdje een rood lampje te branden, en de steile weg vrat brandstof. Het huurautootje was niet uitgerust met een tomtom, en het bijgeleverde wegenkaartje was uiterst summier. Maar daar was de verlossende wegwijzer naar Dafni al. Die zeven kilometer konden er nog wel bij.


Bij de eerstvolgende wegsplitsing stond geen bord. De linker afslag leek het meest met de weg mee te gaan. Acht kilometer verder was er van Dafni nog steeds geen spoor. Rechtsomkeert dus. Dafni is een langgerekt bergdorp. Helemaal uitgereden. Nog steeds geen pomp. Weer terug. Vragen in een café. Nee, het benzinestation was al een paar jaar geleden gesloopt. Tien kilometer verderop was er een, in Velonades, gewoon rechtdoor rijden. Bij een afslag stond inderdaad een wegwijzer met Velonades erop. Alleen, het was onduidelijk in welke richting hij wees.


Het werd de richting naar een vrijwel verlaten dorpje, waar een stokoude man de naam lispelde van weer een ander dorp. Met de minuut steeg de nood hoger. Richtingaanwijzers ontbraken of lieten het afweten. Een kronkelend pad door een schitterende natuur kwam ineens uit op een geasfalteerde weg. Er waren geen richtingborden, maar wel twee jongens die hun motorfiets aan het starten waren. Een pomp? Geen probleem, rij maar achter ons aan, wij zijn de wegwijzers.  Tien kilometer verder was de benzine echt op. Maar op dat moment reed de auto een tankstation binnen.




zondag 14 november 2021

Klik hier