China rukt op, Europa staat stil / Argus


CHINA RUKT OP, EUROPA STAAT STIL


door JAN VAN DER PUTTEN


 


‘Samenwerken waar het kan, beschermen waar het moet.’ Kort en krachtig, dit statement waarin minister Blok van Buitenlandse Zaken eerder deze maand de tot ‘notitie’ gedegradeerde Chinastrategie van Nederland samenvatte. Maar vooral ook afgezaagd, want hetzelfde kan gezegd worden over ongeveer alle internationale relaties. En dat is dan het resultaat van maandenlang geworstel over de houding die Nederland moet aannemen tegenover de oprukkende wereldmacht China.


Een troost: Nederland staat in zijn aporie niet alleen. Er is geen land dat met dit probleem geen moete heeft, met één uitzondering: de heersende wereldmacht. Want de Verenigde Staten zijn vastbesloten om de opmars van China tot staan te brengen voordat ze worden ingehaald. Om niet in dat conflict om de wereldheerschappij te worden meegezogen proberen praktisch alle andere landen te laveren tussen Scylla en Charybdis. Ze willen graag van twee werelden het beste: van China de economische mogelijkheden en van Amerika, zolang Trump het wil, de veiligheid. Een aantal landen wil nog iets meer: vasthouden aan democratie en mensenrechten nu die zowel van binnenuit als van buitenaf worden bedreigd. Volgens het Amerika van Trump komt de grootste dreiging van het China van Xi Jinping.


De mondiale machtsstrijd van nu is een logische gevolg van een proces dat veertig jaar geleden is begonnen. Maar in het Westen zag bijna niemand deze confrontatie aankomen, en de Amerikaanse regeringen van de laatste veertig jaar al helemaal niet. Ze wisten zeker dat de economische hervormingen die Deng Xiaoping in 1978 in gang had gezet, het uitgemergelde communistische China zouden omvormen tot een zowel kapitalistisch als democratisch land, want het een kon niet zonder het ander. Het Westen ging er ongezien van uit dat China zou verwestersen en net als andere oosterse landen zoals Japan en Zuid-Korea een provincie van het Amerikaanse imperium zou worden. Intussen zou er dankzij de economische groei een middenklasse ontstaan, en hoe harder die groeide, des te sneller zou China democratisch worden, want het communisme, of het nu hervormd was of niet, wachtte maar één toekomst: storting op de vuilnisbelt van de geschiedenis. De val van de Sovjet-Unie werkte dat wensdenken nog verder in de hand; een bloedbad als dat van Tiananmen kon het niet verstoren.


Het was niet de eerste westerse miskleun over China, maar wel de hardste. Alsof het Eeuwige China, het land dat zichzelf ziet als het centrum van de wereld, het land met de oudste ononderbroken beschaving, het land dat de laatste tweeduizend jaar bijna steeds de grootste economie van de wereld is geweest, het land waar ruim vier keer meer mensen wonen dan in Amerika – alsof zo’n land genoegen zou nemen met de tweede viool. Pas heel laat is het tot het Westen doorgedrongen dat China zijn eigen pad gaat. De communistische leiders vormen een nieuwe dynastie, en net als alle Chinese dynastieën uit het verleden wil ze voor eeuwig aan de macht blijven. Economische ontwikkeling is nodig om de oude glorie van het Rijk van het Midden in nieuwe gedaante te herstellen. Dat laatste houdt in dat er voor China maar één plaats op het wereldtoneel is: de allervoorste.


En nu voelt Amerika zich bedrogen door het ondankbare China. Alsof China verplicht was de rol te vervullen die het door de Verenigde Staten was toebedacht. De regering-Trump maakt zich vijand na vijand, maar de hoofdvijand is China. Het is een van de weinige dossiers waarin Republikeinen en Democraten elkaar kunnen vinden. Achter elke boom ontwaren ze het ‘Chinese gevaar’, een moderne variant van het ‘Gele gevaar’ van weleer. Sommige van die dreigingen zijn reëel, andere potentieel, weer andere fictief. Een selectie.


China’s Nieuwe Zijderoutes zouden een neokoloniaal project zijn om van Azië en Europa economische en daardoor ook politieke aanhangwagens van China te maken. Huawei, ’s werelds beste en goedkoopste fabrikant van telecommunicatieapparatuur, zou een Trojaans paard zijn dat via achterdeurtjes de data van de hele wereld zou toespelen aan de Chinese communistische partij. Met oneerlijke methodes zou China zijn handelsconcurrenten hebben weggedrukt en de wereld in het algemeen en de VS in het bijzonder hebben overspoeld met Chinese producten. China zou de wereldvrede bedreigen nu het van de Zuid-Chinese Zee een Chinese binnenzee heeft gemaakt, Taiwan dreigt te overmeesteren en ultramoderne wapens heeft ontwikkeld. Voeg daaraan toe China’s systematische cyberspionage, zijn lange arm in tal van buitenlanden, de massale etnische zuivering onder de Oeigoeren, de onbarmhartige censuur, de Big-Brotherachtige controle op de bevolking en nog vele andere Chinese wantoestanden.


De Amerikaanse aanval op China, vooralsnog zonder bommen of raketten, speelt zich af op vele fronten tegelijk. De handelsoorlog en het offensief tegen Huawei zijn er twee van. Een andere Amerikaanse stormloop krijgt veel minder aandacht, maar is waarschijnlijk nog belangrijker, want die is gericht tegenhet belangrijkste Chinese expansieproject: Yi Dai Yi Lu (letterlijk: Een Gordel, Een Weg), buiten China bekend als Belt and Road Initiative (BRI), alias de Nieuwe Zijderoutes. De Gordel bestaat uit zes economische corridors van wegen, spoor- en internetverbindingen, vliegvelden, energiecentrales en andere infrastructurele werken. Ze lopen van China naar Zuidoost-Azië, Zuid-Azië en dwars door Midden-Azië en Rusland naar Europa. De Weg is een zeeweg van China naar Zuidoost-Azië, landen aan de Indische Oceaan, de Hoorn van Afrika en de Middellandse Zee, waar de goederen per trein vanuit Piraeus verdergaan naar de Balkan en Midden-Europa, en vanuit Venetië en wellicht ook Triëst en Genua naar Rotterdam. Maar dat is nog niet alles. De vage definitie van het BRI maakt dat iedereen kan meedoen. Verschillende Afrikaanse en Latijns-Amerikaanse landen hebben zich al aangemeld. En China’s bondgenoot Poetin wil zijn eigen project, de Euraziatische Economische Unie, en de nieuwe route door de Noordelijke IJszee integreren in het BRI. China’s Nieuwe Zijderoutes, het lievelingsproject van Xi Jinping, moeten de hele wereld gaan omspannen.


Het biljoenenproject staat nog maar in een beginfase, en het is lang niet zeker of het tot volle wasdom zal komen. Maar het verzet ertegen is fel, vooral van de kant van Amerika, Japan en India. En ook van andere landen is de kritiek niet mals. Bovenaan de waslijst van bezwaren staat dat China een overheersende greep heeft op de projecten. Dat zou leiden tot een groot aantal misstanden: sterke bevoordeling van Chinese bedrijven bij de aanbesteding, Chinese controle op de toeleveringsbedrijven, veel corruptie, weinig financiële transparantie, grote risico’s voor het milieu en voor de inheemse bevolking van het gebied waar het project wordt uitgevoerd. China zou het BRI vooral willen gebruiken om af te komen van zijn gigantische overproductie. Het zou arme landen onnodige of veel te duren projecten opdringen die ze nooit kunnen terugbetalen, waardoor ze in China’s financiële houdgreep komen. China zou de controle krijgen over vitale sectoren als de energievoorziening en de havens. Kortom, het BRI zou bedoeld zijn om de rest van de wereld afhankelijk te maken van China.


 Vorige maand heeft Xi Jinping op een BRI-conferentie in Peking beloofd dat China zich de kritiek ter harte zal nemen. Maar er is geen sprake van dat hij gas zal terugnemen. Het project is immers vitaal voor China’s economische groei en daarmee voor de legitimiteit en het machtsmonopolie van de communistische partij. Veel arme landen kunnen zonder Chinees kapitaal hun ontwikkeling wel vergeten. Vaak hebben ze weinig keus, want niet-Chinese financiële instellingen hebben een voorliefde voor grote woorden en kleine daden. En zelfs veel rijke landen kunnen zich niet de luxe veroorloven het BRI te negeren. China isoleren zou belachelijk zijn, want ze zouden er alleen maar zichzelf mee isoleren.


De vraag is dus niet: wel of geen lid worden van het BRI, maar: op welke voorwaarden lid worden van het BRI. Om er werkelijk een win-win-situatie van te maken – die uitdrukking ligt Xi Jinping in de mond bestorven – moeten er goede afspraken worden gemaakt. Een land als Nederland kan natuurlijk in z’n eentje niets klaarkrijgen. De ‘Chinanotitie’ van de regering noemt nauwere Europese samenwerking noodzakelijk. Bij de Europese verdeeldheid heeft China immers al tonnen garen gesponnen. Denk bijvoorbeeld aan de Chinese akkoorden met zestien Midden- en Oosteuropese landen, geheel buiten Brussel om, of aan de eenzijdige aansluiting van Griekenland en pas nog Italië bij het BRI.


De EU heeft China, tot voor kort nog een ‘strategische bondgenoot’, uitgeroepen tot ‘structurele rivaal’. Maar het is tegelijk ook een onmisbare partner. Die spagaat, daar weet Europa geen raad mee. Wat te doen? Zich sterk maken. Eén lijn trekken. Een Europa creëren dat niet alleen aantrekkelijk is voor zijn bedrijven maar ook voor de inwoners van zijn 28 landen, en daarmee het rabiate populisme de wind uit de zeilen nemen. Zich niet laten meesleuren door de Koude-Oorlogmaalstroom. En goed bedenken hoe op dit moment de economische verhoudingen liggen: de EU-economie is met 21,4 procent van het mondiale bbp ruim 6 procent sterker dan die van China. Een riante basis voor onderhandelingen – mits die 21,4 procent niet door 28 gedeeld hoeft te worden.


 


In september verschijnt bij uitgeverij De Geus het nieuwe boek van Jan van der Putten: Het centrum van de wereld: Hardnekkige westerse misvattingen over China.




zaterdag 11 mei 2019

Klik hier