Het offensief tegen de Ander / De Brug


Het offensief tegen de Ander


Einde aan wetten en maatregelen die de Israelische democratie uithollen is nog niet in zicht


Jan van der Putten


Het offensief tegen de Ander gaat van dieptepunt naar dieptepunt. Telkens als je denkt dat het niet meer erger kan omdat een minimum aan democratische schijn moet worden opgehouden, blijk je je te hebben vergist. Ik heb het over Israël, waar de door hogerhand gepleegde en gestimuleerde agressie tegen andersdenkenden en -doenden steeds heftiger wordt. De Ander, dat is iedereen die niet past in de opvattingen van degenen die aan de touwtjes trekken. Het zijn fanatici van diverse pluimage: ultrarechtse ijzervreters, rabiate nationalisten, racisten, demagogen, xenofoben, theocraten en heuse neofascisten. Hun tegenstanders betitelen ze als antisemieten, verraders, terroristen, ophitsers, infiltranten of een combinatie daarvan, maar vijanden zijn het allemaal. Een onvolledig lijstje: Palestijnen, Arabische joden, Afrikaanse vluchtelingen, de leiders van Iran, kritische Amerikaanse joden, vredes- en mensenrechtenactivisten, linkse politici, ijveraars voor een economische en culturele boycot van Israël, kritische journalisten, Europese regeringsleiders die het Israëlisch beleid kritiseren, en in het algemeen Israëliërs en buitenlanders die de democratie, de vrede en de waarheid zijn toegedaan.


De waarheid. Volgens de officiële waarheid is het land nog altijd een democratische oase in een Arabische woestijn van dictaturen en kan het nog altijd bogen op een leger dat de hoogste ethische beginselen in zijn vaandel heeft. Maar wie de echte waarheid achterhaalt en bekendmaakt, kan grote problemen krijgen. Vraag maar aan de mensen van Breaking the Silence. Deze kleine groep van veteranen van de IDF (Israel Defence Forces, de officiële naam van de strijdkrachten) documenteert en publiceert schendingen van de mensenrechten van Palestijnen door Israëlische soldaten. In de veertien jaar van haar bestaan heeft Breaking the Silence getuigenissen uit de allereerste hand gepubliceerd die bewijzen dat het Israëlische leger de democratische en ethische beginselen thuislaat zodra het in bezet gebied opereert.


Er zijn weinig progressieve organisaties die zo verafschuwd worden als deze club van stilteverbrekers. Vorig jaar annuleerde premier Netanyahu op het laatste moment een ontmoeting met de toenmalige Duitse minister van Buitenlandse Zaken Sigmar Gabriel toen hij hoorde dat die tijdens zijn verblijf in Israël ook zou praten met Breaking the Silence. Hij wenste immers niet een diplomaat te ontmoeten ‘die legitimiteit geeft aan organisaties die oproepen tot de criminalisering van Israëlische soldaten.’ Viceminister van Buitenlandse Zaken Tzipi Hotovely deed er nog een schepje bovenop: Breaking the Silence is volgens haar een nog ergere vijand dan andere pro-Palestijnse ngo’s omdat deze groep Israëlische soldaten wil laten vervolgen voor oorlogsmisdaden door het Internationale Strafhof in Den Haag.


De campagne tegen Breaking the Silence wordt almaar opgevoerd. Niet alleen door rabiaat rechtse groepen als Im Tirzu maar vooral ook door de regering zelf. Aanvankelijk richtte het offensief zich tegen de activiteiten van de organisatie in het buitenland, maar de laatste jaren gaat het er vooral om haar in Israël zelf kapot te maken. Dat vindt de regering dringend geboden nu steeds meer delen van bezet Palestijns gebied feitelijk worden ingelijfd en het militair geweld waarmee dat gepaard gaat toeneemt. Een hoofdrol in het offensief tegen Breaking the Silence spelen de ministers Ayelet Shaked van Justitie en Naftali Bennett van Onderwijs. Shaked is een gedreven voorstandster van de onmanteling van de rechtsstaat die ze geacht wordt te verdedigen. Bennett is een oorlogszuchtige havik die als voorman van de religieuze kolonisten het liefst de hele Westoever zou inlijven bij Israël, of omgekeerd, en dan natuurlijk met hemzelf als premier van Groot-Israël.


De Knesset wordt gedomineerd door de rechtse regeringspartijen. Vaak kunnen hun leiders elkanders bloed wel drinken, maar ze vinden elkaar in hun gedeelde afkeer van de vredesbeweging. Die afkeer delen ze met Yair Lapid, de leider van de grootste ‘oppositie’partij. Met ruime meerderheid – 43 stemmen voor en 23 tegen – nam de Knesset afgelopen maand juli dan ook een door Bennett ingediende wet aan met de pompeuze benaming ‘Preventie van activiteit in een onderwijsinstelling door externe organen die ageren tegen de IDF of de doelstelling van het onderwijs’. Vertaald: organisaties en personen die kritiek hebben op het gedrag van het leger mogen niet meer de klas in om de leerlingen de ogen te openen over de aard van de bezetting. Van de tien groepen die zich daarmee bezighielden is Breaking the Silence de bekendste. Vandaar dat de nieuwe wet kortweg ‘Breaking the Silence-wet’ heet. In de praktijk komt het erop neer dat de minister iedere persoon of organisatie die hem niet zint de toegang tot scholen kan verbieden.


De nieuwe wet betekende niet het einde van de vervolging. Op 31 augustus werden directeur Avner Gvaryahu, een bestuurslid en een mensenrechtenadvocaat door de Israëlische grenspolitie gearresteerd tijdens een bezoek aan een plaats waar kort tevoren vijf joodse en Palestijnse vredesactivisten door kolonisten het ziekenhuis waren ingeslagen. Grond van hun arrestatie: ze bevonden zich op verboden militair terrein. Het verbod was diezelfde ochtend in het geheim uitgevaardigd, uitsluitend met de bedoeling om Breaking the Silence te sarren. De kolonisten die op het ‘verboden’ terrein wonen werd geen strobreed in de weg gelegd. Na een paar uur ondervraging werden de drie arrestanten vrijgelaten. Diezelfde dag gelastte een rechtbank de sluiting van een kunstgalerie in Jeruzalem omdat de directeur van Breaking the Silence er een toespraak had gehouden. De drijvende kracht achter die maatregel was de minister van Cultuur, Miri Regev, die op haar domein hetzelfde doet als haar collega’s Bennett en Shaked op het hunne: tegenwerken, verbieden en straffen van activiteiten die niet overeenkomen met hun extreem-rechtse gedachtegoed.


Een organisatie die de mensenrechten, de rechtsstaat en de vrede verdedigt en de huidige antidemocratische verloedering probeert tegen te gaan, wordt vervolgd door een regime dat de vredesbeweging demoniseert, de democratie inperkt, een type als Trump op een voetstuk zet en aanpapt met antisemieten als de Hongaarse premier Viktor Orbán en met massamoordenaars als de Filipijnse president Rodrigo Duterte. Een regime ook dat de Arabische landgenoten discrimineert, juridisch met twee maten meet, het sluiten van vrede met de Palestijnen consequent saboteert en de mensen ophitst tegen de Palestijnen. Met de natiestaat-wet, die het democratische karakter van de staat ondergeschikt maakt aan het joodse, zijn de leden van de nationale minderheden nu ook wettig tot inferieure wezens verklaard.


Als de leiders er dat soort opvattingen op na houden, hoe kun je je dan verbazen dat de Israëlische maatschappij steeds meer doortrokken raakt van haat. Neem de drie Arabische Israëliërs die op het strand door een groep joodse Israëliërs bijna werden gelyncht enkel en alleen omdat het Arabieren waren. Of de heldenverering van de soldaat Elor Azaria die een al uitgeschakelde Palestijn in Hebron had doodgeschoten, na een paar maanden vrijkwam en nu een luxe leven leidt. Rechts Israël negeert de Palestijnen volkomen en heeft kennelijk nog nooit gehoord van de natuurwet die leert dat onderdrukking verzet oproept. Wie in Israël nog altijd gelooft in vrede, respect, empathie en democratisch politiek fatsoen heeft het tegenwoordig zwaar te verduren.


De Israëlische vredesbeweging heeft tegen de Breaking the Silence-wet geprotesteerd, Haaretz heeft er een vlammend hoofdartikel tegen geschreven, en een lid van de groep heeft een lezing gegeven voor middelbare scholieren in de Knesset, in het hol van de leeuw dus, maar dan wel in de fractiekamer van de kleine linkse partij Meretz. De aanwezige scholieren vonden dat Bennett hen als kleine kinderen behandelt door hen niet zelf te laten oordelen. Breaking the Silence zelf blijft optimistisch. Het denkt dat Bennetts pogingen om de organisatie het zwijgen op te leggen bewijzen dat steeds meer mensen willen weten wat er in de bezette gebieden gaande is. Misschien. Maar een groot protest tegen de nieuwe wet is uitgebleven. Breaking the Silence wordt immers door rechts Israël gehaat, terwijl het restant van wat eens de linkse partijen waren te vermoeid lijkt om te protesteren tegen dit zoveelste antidemocratische initiatief.


Een initiatief dat geheel past in de systematische manier waarop vooral het openbaar lager en middelbaar onderwijs de reactionaire visies van Bennett krijgen opgedrongen: meer joodse godsdienstlessen, geschiedenisles waarin de Palestijnen de vijanden zijn of geheel ontbreken, biologielessen zonder de evolutietheorie, die immers dwars staat op het orthodoxe creationisme. De mening dat de universiteit het laatste bastion zou zijn van kritisch denken en anti-extremisme wordt ontkracht door het bestaan van radicaal-rechtse studentengroepen en door de onthullingen van een groep progressieve Israëlische academici. Hun kort geleden opgerichte Academie voor Gelijkheid heeft een database aangelegd waaruit blijkt hoe innig de relaties van de universiteiten zijn met het leger, de wapenindustrie en de rechtse politieke elite, die van de academische vrijheid hetzelfde vindt als van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht: een onding.




maandag 15 oktober 2018

Klik hier